slideshow 1

You are here

C-Power, de Belgische pionier in offshore wind - voordracht door ir. J. Rutten

Voorzitter P. Vanhollebeke introduceerde ir. Jaak Rutten, voormalig voorzitter van VBI-Limburg, als een uit het landbouwmidden opgegroeide telg die, voor hij in 2013 CEO werd van C-Power werd, verschillende leidinggevende functies bekleedde o.a. bij Noliko en Luminus.

ir. Rutten vertelde dat zijn betoog 3 delen zou omvatten: - een situatieschets van de energiesector in het algemeen en daarbij in het bijzonder de sector van de windenergie - vervolgens een kort overzicht van de kenmerken van offshore windenergie en tenslotte de specifieke situatie van C-Power.
Over de energiesector leerden we dat de huidige situatie, door de lage prijzen van fossiele brandstoffen en de winning van schaliegas de investeringen in hernieuwbare energiebronnen weinig aantrekkelijk maken. Door de hieraan gekoppelde lage elektriciteitsprijzen zijn zelfs gascentrales niet rendabel en werden er in Nederland reeds gesloten.
Een tweede probleem voor de hernieuwbare energieopwekking vormt het specifieke karakter van het niet-continu aanleveren van groene stroom. Hiervoor is een zgn. 'smart grid' noodzakelijk en dient de 'balancing' en 'load forcasting' van het verbruik goed gekend.
Mogelijke oplossingen om het verbruik te spreiden zijn volgens ir. Rutten: energieopslag (power to gas), connecties met buitenlandse grids, afspraken met consumenten voor gespreid verbruik, ...
Tegen 2020 hebben de landen van de Europese gemeenschap de 20-20-20 afspraak gemaakt. Dit houdt in: 20% van productie uit hernieuwbare bronnen, 20% minder CO2 uitstoot en 20% verbeterde energie-efficiëntie.
Tegen 2030 wil men in Europees perspectief tot 27-27-40 komen.
Als C-Power op volle capaciteit zal werken verwacht men energieproductie van 2200 MW of een jaarlijkse productie van 8 TWh of 50% van de 20-20-20 doelstelling. De actuele productie is 712 MW of 3% van de Belgische productie: goed voor 700.000 gezinnen.
België bekleedt op dit ogenblik de 3e plaats na Groot-Brittanië en Denemarken aan offshorecapaciteit. In 2050 wil Europa 150 GW kunnen produceren.
C-Power zal uiteindelijk uit 8 parken gaan bestaan. Dit geeft in de aanlegfase werk voor 2800 jobs per park (manjaren). Voor de exploitatie rekent men op 100 jobs per park.
Ir. Rutten benadrukte dat België een pioniersrol speelt in de technologie rond offshore windenergie. Hij pleitte dan ook voor het benutten van deze kennis en het exporteren van deze know-how.
Interessant was ook het ontkrachten van enkele hardnekkige mythes rond offshorewindparken. Zo konden we vernemen dat de volledige extra CO2-uitstoot voor de vervaardiging en het plaatsen van de windturbines al gecompenseerd zijn na 1 jaar werking. Ook de effecten op het mariene leven zijn niet negatief en voor bepaalde vissoorten als kabeljauw blijkbaar eerder positief. De nodige backup ten opzichte van meer continu werkende bronnen kon opgelost worden door een betere voorspelbaarheid, eventueel gebruik van een opslageiland, flexibele contracten met consumenten, enz. Op de vraag dat kerncentrales dit probleem niet kennen repliceerde ir. Rutten dat voor het uitvallen van één centrale ook een grote backup mogelijk moet aanwezig zijn, al dan niet in binnenland.
C-Power wordt gefinancierd door een aantal binnen- en buitenlandse investeerders. De Belgische vennoten bezitten 54% van de aandelen.
Vervolgens kregen we een overzicht van het verloop van de constructie van de onderdelen van het park en de technische kenmerken. Elke turbine heeft een maximale hoogte van 160m en is verbonden met een centraal verdeelstation. De kabels van turbine tot station vervoeren tegen een spanning van 33.000V. Deze van het station naar het vasteland tegen 150.000V.
De turbines beginnen te werken bij een snelheid van 3,5 m/s en werken aan hoogste rendement bij 13 à 14 m/s. Ze worden afgeremd wanneer de windsnelheid 110 km/u overschrijdt.
C-Power is een atypische KMO. Veel van de arbeid wordt uitbesteed. Het is een bedrijf met hoge veiligheidseisen (werk op zee, hoogtewerk, hoogspanning). Op het ogenblik rekent men op een jaarlijkse capaciteit van 40% t.o.v. de theoretisch mogelijke jaarlijkse capaciteit. Een jaar met weinig wind (-8% in 2013) weerspiegelde zich al gauw in het jaarlijks rendement van het park.
Dat je stalen zenuwen moet hebben om dit bedrijf te leiden konden we vaststellen aan het filmpje dat een overzicht gaf van de bouw en exploitatie van het park en vooral aan de astronomische bedragen die per dag (180.000€/dag) voor de huur van een speciaal voor de plaatsing en assemblage van de turbines gebouwd schip.
Nadien kregen we de tijd om wat vragen te stellen en konden we wat nakaarten in de ruime hal van UCLL bij een hapje en een drankje. Het was een uitermate boeiende uiteenzetting. ir. Rutten had ons - zonder veel wind te maken of hoog van de toren te blazen - duidelijk gemaakt dat België de trein van de hernieuwbare energie zeker niet gemist heeft.

Theme by Danetsoft and Danang Probo Sayekti inspired by Maksimer