Op vrijdag 14 augustus stonden we met 10 personen op de parking van het cultureel centrum voor een dagtrip naar Antwerpen. Niet direct een aantal om te juichen. Willy vertelde ons dan nog dat de secretaris van onze vereniging de avond voordien had afgebeld en dat hij nu maar de leiding op zich ging nemen om ons gezelschap niet aan zijn lot over te laten.
Twee auto’s waren voldoende om de hele ‘menigte’ over te brengen naar “’t Stad” of hoe de Antwerpenaren hun hoofdstad wel eens noemen. De rit verliep zonder de traditionele files en het weer was schitterend. Dit resulteerde in één en al optimistische gezichten bij het arriveren aan de Schelde. De gids kwam ons vervoegen bij de koffie op het terras op de markt voor de rondleiding “Smikkel Smakkel” of het op de kaart zetten van de Rubensstad op culinair gebied. Het handelsmerk van (H)Antwerpen kon niet ontbreken en werd dan ook de eerste culinaire stop met het uitdelen van Antwerpse Handjes. Het befaamde koekje ontstond in 1934. In dat jaar wilde de Antwerpse banketbakker Jos Hakker zijn stad een culinaire specialiteit schenken. Op zijn initiatief organiseerde de Koninklijke Vereniging van meester Banketbakkers van Antwerpen een wedstrijd. Drieënveertig leden van de banketbakkersvereniging deden mee. Zes deelnemers hadden het idee een dessertkoekje te ontwerpen in de vorm van een handje. Twee ervan hadden ongeveer de nu vermaarde vorm. Onder hen ook het koekje dat door Jos Hakker werd gemaakt. Een onafhankelijke jury beoordeelde de smaak van de koekjes en zij kozen hun laureaat: het koekje van Jos Hakker. Het toeval wilde dat de initiatiefnemer ook de winnaar werd.
Om de droge kelen met dit zomerse weer te smeren kon het Antwerpse Bolleke niet ontbreken. In een schitterend kader in de schaduw van de kathedraal was het heerlijk genieten van een Konickske – een must voor elke rechtgeaarde Antwerpenaar. De gids vertelde een leuke anekdote, nl. waar de uitdrukking “blijven plakken” vandaan komt. Het zou letterlijk betekenen ‘blijven plakken aan de met bier overgoten bank’.
Tussendoor kregen we nog roze-witte spekken toegereikt een verwijzing naar de als met speklagen gelaagde renaissance gebouwen op onze weg.
Enkele straten verder werden getrakteerd op filet d’Anvers. Voor de bereiding wordt de spier van het muisstuk met een weinig pekel geïnjecteerd voor een snelle zouting in de kern en om de bacteriegroei te remmen. Daarna wordt het vlees met pekelzout ingewreven en in een klimaatgeregelde zoutruimte opgehangen. Daar rust het op een temperatuur van 6 tot 8°C gedurende 2 tot 7 dagen. Het vlees wordt vervolgens gedroogd en op ambachtelijke wijze warm gerookt boven schilfers beukenhout. De tijd die nodig is voor het drogen en roken is sterk afhankelijk van de dikte en de grootte van het vleesdeel. Door het milde zouten en het licht roken heeft Filet d’Anvers een zachte smaak.
We namen afscheid van onze gids en zochten ons een snackbar naast de markt. Opvallend was dat de uitbater een Nederlander was. Blijkbaar is er weinig veranderd onder de zon want de gids vertelde ons dat ook al in het verleden wat Nederlanders bekende Antwerpenaren waren.
Als toetje kregen we een rondleiding op het stadhuis. Een gids leidde ons professioneel rond op het ‘schoën verdiep’. De prachtige zalen met schilderijen en marmeren beelden vormen een bevestiging van het rijke karakter dat de stad door de geschiedenis heeft bewaard. Zo bezochten we o.a. de trouwzaal met muurschilderingen van Viktor Lagye, de wandelzaal met het gewaad van koningin Astrid bij haar intrede in 1935 (enfin, dat was toch de bedoeling…), de militiezaal met een monumentale schoorsteen en de raadszaal waar de gemeenteraadsvergaderingen plaatshebben.
Namiddag scheepten we in op een Flandriaboot met een stralende zon voor een rondvaart langs de dokken. De boottocht startte in het Kattendijkdok.
De haven van Antwerpen is de tweede haven in Europa, na Rotterdam. In 2007 had de haven van Antwerpen een overslag van 183 miljoen ton. Voor stukgoed is Antwerpen de grootste haven van Europa, voor overslag van stortgoederen is ze minder belangrijk.
Ze speelt een belangrijke rol in de internationale handel. Ze is diep in het binnenland gelegen waardoor de af te leggen afstanden voor spoor- of wegvervoer opmerkelijk verminderen. Dit speelt in het voordeel van het containervervoer, dat veel gebruik maakt van deze transportmogelijkheden. Het containervervoer is vanaf de jaren ’70 sterk toegenomen. Niet alleen de traditionele producten, zoals textiel en elektronica, worden per container vervoerd maar ook vruchten, luxeauto’s en andere nieuwe producten verschijnen op de containermarkt.
’s Avonds zakten we tenslotte af naar ’t Zuid, het gebied bij de Vlaamse en Waalse kaai voor het souper. We installeerden ons in ’t Pakhuis een unieke en authentieke huisbrouwerij-brasserie. Het bier vloeide er letterlijk uit de kan en de schotels smaakten na een dag van intense culturele inspanning.
De rit naar huis verliep even vlot als de heenreis (voor sommigen misschien iets te vlot) en bij het afscheid in Hasselt was de stemming ‘vermoeid maar tevreden’.
Wat impressies vind je hier.
Website Stad Antwerpen
Theme by Danetsoft and Danang Probo Sayekti inspired by Maksimer