slideshow 1

You are here

Reis Reims 20 en 21 augustus 2010

Om 8u30 vertrekken we met 25 reislustigen onder een stralende hemel richting zuiden, op naar Reims aan de Marne. De reis verloopt vlekkeloos en relax in een luxueuze bus van de firma ‘De Zigeuner’. We maken een eerste stop in Woinic, voor de lunch. Hoewel het terras en het weer heel uitnodigend zijn verkiezen de meesten toch om binnen te eten gezien de talrijke al dan niet agressieve wespen. Tijdens de rit verder richting Reims, geeft collega Werner wat achtergrond over de Marnestreek die we doorkruisen. We leren dat de landbouw in de zogenoemde “plaine” één van de productiefste van Frankrijk is. Opbrengsten van 85 ton bieten per ha aan 18% suikergehalte zijn geen uitzondering en 8 à 10 ton tarwe per ha is eerder een gemiddelde. Na een verplichte “déviation” bereiken we Bazancourt en meer bepaald de site Chamtor waar collega Werner 10 jaar de leiding had over de verwerking van de productie van twee grote coöperatieven nl. Champagne Céréales en Cristal Union.
Hier worden de wegen tussen de vrouwen en mannen gescheiden. Niet dat de emancipatie nog niet is doorgedrongen tot onze vereniging maar eerder omdat primo: de gemiddelde leeftijd van de deelnemers nog uit een “tijdperk” stamt waar de vrouwelijke landbouwingenieurs eerder uitzondering dan regel waren en secundo: dat we het niet over ons hart konden krijgen onze lieftallige wederhelften op te zadelen met een postuniversitaire cursus biotechnieken. Dat de sekseverhoudingen vandaag vermoedelijk eerder omgekeerd zijn bij de bio-ingenieurs kunnen we alleen maar toejuichen en de hedendaagse mannelijke studenten vermoedelijk ook…
We worden met ‘grands égards’ ontvangen door enkele jonge enthousiaste medewerkers en krijgen een excellente uiteenzetting over het bedrijf, of beter de bedrijven van de site. De heer ‘Jérome’ overloopt systematisch de ontwikkeling van het bedrijf vanaf zijn moeizame startjaren tot het megabedrijf met een omzetcijfer van 140 miljoen euro vandaag. Wat we tussen de lijnen begrijpen is dat onze collega Werner een niet onaanzienlijk deel van deze expansie onder zijn bevoegdheid voor zijn rekening heeft genomen. 400.000 ton tarwe, het equivalent van 50.000 ha wordt per jaar verwerkt in een 24 op 24uur productie. In totaal werken er 195 personeelsleden op de verschillende bedrijven van de site. De tweede spreker legt vervolgens de meer technische kant van de verwerking uit. Alles schitterend didactisch ondersteunt door schematische slides en stalen van de tussen- en eindproducten van het proces. Tussen de verschillende fabrieken op de site is er een verregaande vorm van synergie zowel op het vlak van de gebruikte hulpmiddelen, zoals grondstoffen en energie en van de uitwisseling van producten en afvalstoffen. Er wordt hierbij uitermate veel aandacht besteedt aan energie- en grondstoffenoptimalisatie. Na de nodige veiligheidsattributen aangetrokken te hebben krijgen we in gesplitste groepen een rondleiding in het bedrijf. Alle apparaten in het productieproces vanaf graankorrel over zetmeel en glutenbrij tot glucosesiroop passeren de revue. De schaalgrootte is immens en elk onderdeel van het productieproces wordt door een veelvoud aan machines uitgevoerd. Ook het zenuwcentrum, de volledig gecomputeriseerde procesbesturing, krijgt ons bezoek. Opvallend is dat we hier praktisch voor de eerste keer enkele werknemers zien. De hele fabriek wordt immers door slechts 15 personen in 5 shiften bemand. Op de terugweg komen we nog langs een nieuwe afdeling in aanbouw. Terug in het vergaderlokaal wordt het duidelijk dat Werner – hoewel toch al een aantal jaren op non-actief - nog steeds een belangrijke invloed heeft. Onze enthousiaste Franse sprekers worden verzocht ons niet langer te laten verdorsten en al snel worden een aantal flessen van de voortreffelijkste champagne ontkurkt. Het vragenkwartiertje dat volgt kan dan ook van beide kanten van het forum als enthousiast omschreven worden. Als afsluiter krijgen we nog een extra fles aangeboden alsof het om spuitwater gaat. Ondertussen is de bus gearriveerd en is het de bedoeling de vrouwen te gaan vervoegen in Reims. In het hotel blijken de meeste vogels nog uitgevlogen te zijn en na wat gsm’en en sms’en vinden we onze wederhelft naast een glas wijn op een typisch Frans terrasje in de stralende zon in de stad.
’s Avonds worden we vergast in restaurant Flo, een standingzaak, waar we aan een lange tafel onder een strakke luifel een heerlijk souper met aangepaste wijnen aangeboden krijgen. De gesprekken gaan van voorbije reiservaringen over bierkwaliteit en andere gezellige onderwerpen als “koude fusie”. Langzaam valt ongemerkt de avond en lijkt de tijd even stil te staan. Wat kan het leven mooi zijn. PS. Voor al diegenen die toch nog niet van koude fusie gehoord hebben: http://nl.wikipedia.org/wiki/Koude_kernfusie Ik kon het even echt niet laten…
De volgende morgen ontbijten we op de hoogste verdieping van ons Holiday Inn-hotel met een schitterend uitzicht op een zonovergoten Reims. Een vrouwelijke gids vergezelt ons vervolgens langs enkele bouwkundige hoogtepunten van de stad met als sluitstuk de beroemde kathedraal. Reims is van origine een Romeinse stad. In deze periode was het de tweede stad van dit rijk met een bevolkingsaantal van 30 tot 50.000 inwoners. De kathedraal heeft zoals vele gotische kerken een Romaans fundament en is de derde kerk op deze plaats. Bijzonderste wapenfeit is vermoedelijk de doop van Clovis door de heilige Remi rond het jaar 500, maar Charles de Gaulle zou dit vermoedelijk bestrijden omdat hij in 1962, de Duitse president Konrad Adenauer als een teken van de Frans-Duitse verzoening aan deze kerk – die zwaar te leiden had van de 1e WO - ontving.
Na deze culturele verrijking is er wat tijd voor een natje en droogje of een korte wandeling langs de winkelstraten. We vervoegen de chauffeur aan de bus om 13u45 en vertrekken vervolgens richting Champagnehuis Pommery, eigenlijk een middelmatige boogscheut van het hotel. Aan de impressionante ingangspoort wordt het duidelijk dat we aan het goede adres zijn. De naam – die in immense letters op de hekkens staat afgebeeld kan niet Belgischer zijn: Vranken. We wandelen al met wat minder schroom langs de lange laan naar het kasteel; sommigen zelfs met een flair van ‘we zullen die Fransen hier eens iets bijleren’. Die ingesteldheid verdwijnt als sneeuw voor de zon als we in de ontvangstruimte het exuberante prijskaartje van enkele van die ‘schuimwijntjes’ ontdekken. Dit is geen drank om lichtzinnig mee om te springen en de euforie van voorheen slaat snel over in een eerder bescheiden stemming.
Als we juist bekomen zijn volgt de volgende verrassing. Onze gids – een bevallige Française – spreekt ons aan in het Nederlands. Elke separatistische gedachte zou zelfs ons beste Bartje niet meer kunnen hardmaken in het bijzijn van deze charmante verschijning.
Langs een 150-tal trappen komen we in het heilige der heilige. De opslagplaats van een slordige 20 miljoen flessen champagne. Even word ik wat duizelig wanneer ik dit aantal vermenigvuldig met de prijs die ik zo-even op de aankoopfolder heb afgelezen.
Onze gids kan ons voortreffelijk boeien en is goed op de hoogte van de technische specificaties van het proces. Maar als Willy enkele bijzondere aspecten van het gistingsproces uit de doeken doet wordt het haar ook duidelijk dat ze met een select gezelschap te maken heeft. Ze anticipeert hierop heel loyaal…
Elke gang van de 18 kilometer lange grotten kreeg van de weduwe Pommery een naam van een stad mee. Zo passeerden namen als Dakar, New York, Rome, … Sommige gangen bevatten duizenden flessen… Plots zag ik de gang Bruxelles met nog slechts enkele tientallen flessen. Maar toen viel het me in dat dit geen opslagplaats voor de bestellingen was. Het had misschien wel gekund…
Uiteindelijk volgde de degustatie. Nog een korte uitleg scheidde ons van het ogenblik dat we deze godendrank mochten savoureren. Hoewel de drank uitstekend was, was het blijkbaar geen aanleiding tot een massale aankoop. Ik was na het bezoek nog meer in de overtuiging gesterkt dat ik eigenlijk eerder een bierdrinker ben – waar zou dat toch aan liggen?
En dan lieten we Reims achter ons op weg naar ons complexe maar toch ook zo dierbare landje. Georges had een uitstekende keuze gemaakt om het avondmaal in Chimay te plannen. Voor mij ‘a dream come true’. Wat was er beter als afsluiter dan een met dit gerstenat overgoten gerecht ondersteund door het beste Belgische bier: een blauwe Chimay. (zeg dat Van het Groenewoud het gezegd heeft). Werner en Christiane werden nog heel verdiend in de bloemetjes gezet. De ontvangst op ‘zijn’ bedrijf, de rondleiding in Reims, de reservatie van het excellente restaurant, de leuke gesprekken,…en nog vele zichtbare en onzichtbare activiteiten achter de schermen maakten deze reis tot een prachtige herinnering. Bedankt Werner en Christiane en allen die hebben meegewerkt aan de verwezenlijking. Het was een reis zoals het weer op deze tweedaagse: geen wolkje aan de hemel. Of zoals de Fransen zouden zeggen: ‘un voyage impeccable’, - het omstoten van een wijnglas niet te nauw genomen – maar ja, in welk gezelschap zitten er geen onhandige specimen…;-)

 

Foto's vinden jullie hier.

Theme by Danetsoft and Danang Probo Sayekti inspired by Maksimer